donderdag 21 maart 2024
Voor Mijn kinderen die in ballingschap leven
Bericht van God de Vader aan Zuster Amapola op de heuvel Tepeyac, Mexico van 14 maart 2024
[Dit Bericht werd in het Spaans gedicteerd aan de zuster en dit is haar vertaling naar het Engels. OPMERKING: Dit Bericht bevat een voetnoot. De voetnoten worden niet door God gedicteerd. Ze zijn toegevoegd door de Zuster. Soms om de betekenis van een bepaald woord of idee voor de lezer duidelijker te maken, en soms om het gevoel van Gods toon beter over te brengen wanneer Hij sprak.]
[van God de Vader]
Schrijf voor Mijn kinderen die in ballingschap leven – het volgende.
Mijn kleine kinderen, kinderen van Mijn Hart.
Uw Vader spreekt tot u om u te troosten, om u Vrede te geven, om u Licht te geven dat de duisternis der tegenwoordige tijden verlicht.
Gij leeft in ballingschap, een zeer pijnlijke ballingschap want het is niet alleen het nog niet zijn in Mijn Paradijs – op de plaatsen die Ik voor u van alle eeuwigheid hebt bereid, vereend in Mijn Liefde – maar het is ook het gevoel verbannt te zijn uit uw families, uit uw vriendenkringen, zelfs uit Mijn eigen Kerk, leven als ballingen zonder een plek van uzelf.
Hoeveel van u, mijn kinderen, voelen zich zo verlaten, vergeten, genegeerd en dus gewond. Gewond door de wereld en de jaloezie van Satan, gewond door uw eigen daden en beslissingen.
Kinderen, kijk naar uw Vader. Kijk naar Degene Die u wilde bestaan – in dit ogenblik – om Zijn Liefde te ontvangen, Zijn Genade, om te leren hoe met Hem nu te leven zodat gij met Hem voor altijd kunt leven.
Ik, uw Vader, houd van u.
En Ik zie elke moeite die gij maakt om Mij te bevallen, om Mij te liefhebben. Elke moeite om in Mij te geloven en wat Ik van u vraag te volgen. Elke moeite om mijn Licht te ontvangen, ondanks de pijn die dit u kan veroorzaken bij het zien van de werkelijkheid van uw eigen ziel en van de wereld waarin gij leeft.
Ik, uw Vader, luister naar jullie.
Altijd, kinderen. Aan ieder van u. Ik hoor uw verwijten, uw twijfels, uw vragen, uw woorden van liefde en dankbaarheid, uw stille woorden die uit uw harten komen in aanbidding.
Ik hoor alles, kinderen. Ik waardeer alles, en ik begrijp alles.
Ik Ben uw Vader.
Ik spreek tot u zodat gij naar Mij kijkt, kinderen. Ik spreek tot u zodat gij Mij niet vergeten. Zo dat gij onthoudt Wie uw God is en wie gij voor Mij bent.
Ik heb jullie gezegd dat Ik mijn Leger nu bijeenroep; dat het Uur waarin Mijn Stem als donder zal oprijzen, aangebroken is.
Dat de trompet die u oproept om uw plaatsen in Mijn Leger te nemen, klinkt.
Gij hebt het in jullie harten gehoord en gij hebben jullie hoofden naar de Hemel opgeheven, gij heeft jullie blik op Mij gericht. [glimlach]
Bedankt, kinderen.
Jullie die Luisteren naar Mij nu – zonder bewijs of zichtbare tekenen – zijn als het kleine handje gist dat de hele deeg doet rijzen.
Jullie hebben Mij jarenlang op een verborgen manier geholpen, door Mij hun offeranden aan te bieden, hun pijn om Mij afkeurig, gehate en vergeeten te zien; door Mij hun Geloof, hun dociliteit en liefde te geven. Ik heb al deze offers ontvangen, mijn kleine kinderen, elke vernedering en proef om jullie broers nu te helpen. Niets van wat jullie hebben geleden in Mijn Eer, uit liefde voor Mij, is verloren gegaan. Ik hef dit immense werk verborgen gehouden van jullie waarin jullie Mij – en jullie broers – hebben geholpen om de schubben te verwijderen van hun ogen, oren en harten, zodat ze weer mijn Stem kunnen horen die hen roept.
Mijn kinderen – Ik geef deze Woorden van Mij aan jullie als een balsem voor jullie hartens, zodat jullie zich herinneren dat alles wat jullie mij met Liefde, met pijn – alles nuttig is. Jullie Geloof en mijn Actie maken het oneindig nuttig.
Geef alles aan Mij. ALLES. Ik ontvang het in Mijn Hart en daar maak ik het vruchtbaar, nut.
Geef Mij al jullie pijn, kinderen, de angst die jullie harten omhult bij het zien van de verwoesting van mijn wijnberg.
Verenigt jullie pijn met de mijne.
Kijk naar Mij en vrees niet.
Ik Ben jullie Vader, jullie Abba, en jullie GOD. En binnenkort, mijn kinderen, zal jullie God opstaan op zodanige wijze dat alles wat bestaat erkent dat IK BEN GOD. ER IS GEEN ANDER.
ALLEEN IK BEN.
Vreselijk Uur en Uur vol Genade.
Het gezegende Uur, het Uur van mijn laatste Barmhartigheid voor de grote strijd die Satan en zijn scharen verslagen zal achterlaten, en dat de grote vernieuwing van al Mijn schepping – de nieuwe hemel en de nieuwe aarde – openen zal.
Mijn kinderen – zo velen van jullie vragen zich af en proberen te begrijpen hoe en wanneer wat Ik op verschillende plaatsen en tijden heb aangekondigd, plaatsvindt.
Ik herinner jullie, kinderen, eraan dat jullie daden van Geloof en vertrouwen in Mij waardevoller zijn en een veel groter vrucht opleveren voor jullie zielen en de zielen van jullie broers dan het begrijpen met jullie rede wanneer en hoe de aangekondigde dingen plaatsvinden.
Ik vraag dat jullie zich voorbereiden, dat jullie alert zijn – maar deze voorbereiding en dit alert zijn op Mijn Stem is geworteld in GELOOF, kinderen. Het lichtgevende GELOOF dat omhult en verlicht het hele wezen van jullie, en die jullie toelaat om Mij te zien – herkennen – zelfs midden in de grootste duisternis.
Wat Ik van jullie nodig heb, mijn kinderen, is jullie GELOOF. Het GELOOF dat gelooft wat Ik zeg; dat gelooft dat alles wat Ik tegen jullie zeg waar is, ondanks het feit dat alles om jullie heen jullie iets tegenspellig vertelt; ondanks dat jullie zintuigen iets anders zeggen.
Het GELOOF dat AANBIDDING is omdat het Mij geeft wat rechtmatig van mij is als GOD en als jullie VADER.
De GELOOF die eenheid met Me is; dat is niet je blik af te wenden van Mijn Aangezicht, van Mijn Liefde, van Mijn Wil.
Dit GELOOF, kinderen, is jullie schild en zwaard in de strijd die nadert. Ik heb jullie gevormd, gesmeed, en ik zal dat blijven doen. Ik heb jullie gesmeed in het smeltkroes van Mijn Wil, met proef na proef – elke keer sterker makend.
Alleen Ik kan jullie vormen tot een onoverwinnelijk GELOOF. Maar ik heb jullie vertrouwen nodig. Ik heb dat jullie zichzelf, om te verlaten in Mijn Handen – elke dag meer dan de vorige; elk moment meer dan het voorgaande – laat Me doen en toestaan wat noodzakelijk is om van jullie zwakke GELOOF een onoverwinnelijke GELOOF te maken.
ALLEEN IK, KINDEREN.
Geef Mij jullie vertrouwen.
Zet jullie criteria, ideeën, redeneringen bijzijde. Kinderen, ze zijn besmet door de wereld en in veel gevallen door jullie eigen trots die gestookt wordt door Satan.
Om in Mij te vertrouwen betekent ook om alles wat jullie denken dat Ik wil bijzijde te zetten, om te ontvangen wat Ik echt wil.[1]
Laat Me jullie gedachten leiden volgens Mijn Licht en Mijn Wil voor elk van jullie.
Kinderen, ik vraag niet dat jullie begrijpen, maar wel dat jullie naar Mij luisteren, dat jullie Me ontvangen, dat jullie Mij gehoorzamen.
In een ogenblik kan Ik jullie de diepste mysterieën laten begrijpen. Maar dit zou slechts een geschenk van Mij zijn.
Maar ik wil jullie medewerking, kinderen, en daarom vraag ik jullie om te wandelen in duisternis, in de woestijn der zinnen, waar alles mist is voor de zinnen, voor het verstand, want hier – door te vertrouwen dat Ik jullie leid, door gehoorzaam te zijn zelfs als jullie niet begrijpen en bang zijn omdat jullie Mij of Mijn weg niet zien – hier, kinderen, train ik jullie in de ware en onoverwinnelijke GELOOF die jullie met Me verenigt.
Alle proeven die Ik in jullie leven toestaan zijn om door hen te leren om Mij te GELOVEN – niet alleen om in Mij te geloven.
Trek jullie GELOOF, kinderen, uit de schede.
Verlaat jullie zichzelf aan Mijn Smeltkroes en ik zal jullie GELOOF zo temperen dat jullie in staat zullen zijn om te blijven staan in deze naderende Uur. Deze Uur die begint.
GELOOF, kinderen, zodat Ik kan handelen.
Ik wil dit stralend GELOOF in elk van Mijn kinderen. Ik heb het in jullie harten aangestoken en ik heb jullie offeranden verenigd met de Offerande van Mijn Jezus om de harten van al mijn kinderen voor te bereiden op dit geschenk van GELOOF.
Kinderen, wees niet bang. Jullie zullen hebben wat jullie nodig hebt voor de strijd.
Ik heb elk van jullie geplaatst waar Ik jullie nodig heb. Jullie eerste taak in deze Uur is om te staan met jullie blik gericht op Mij. Met open oren naar Mijn Stem. Met open harten voor Mijn Licht. Met vertrouwen zonder aarzeling in Mijn Liefde en Barmhartigheid.
Wees niet bang.
Jullie GOD KOMT.
MET KRACHT EN GEZAG.
OM ZIJN ORDE TE HERSTELLEN IN ALLES WAT GESCHAPEN IS.
OM HET VERROTTE DOOR ZONDE EN DE DUIVEL TE HERSTELLEN.
OM DE SLANGEN EN DE WOLVEN UIT MIJN TEMPEL TE VERDRIJVEN.
OM DE HARTEN VAN MIJN KINDEREN TERUG TE WINNEN.
IK, JULLIE GOD, KOM.
AMEN.
Moge mijn zegen neerdaalen op elk hart dat luistert naar Mijn Stem.
Amen. +
[1] Wat ik waarnem in deze woorden is hoe vaak hebben we God’s handelen in ons leven en dat van anderen beperkt met de hindernis van onze eigen wil die denkt te weten wat God precies wil en niet wil; wat Hij zou doen of niet doen; zonder ooit echt bij Hem te vragen, zonder nederig te zien naar de beperkingen van ons begrip voor het oneindige en diepgaande karakter van Zijn Plannen, van Zijn Liefde. “Want Mijne gedachten zijn niet jullie gedachten: noch jullie wegen Mijne wegen, spreekt de Heer. Want zo hoog als de hemel boven de aarde is verheven, zoo hoog zijn ook Mijne wegen boven jullie wegen en Mijne gedachten boven jullie gedachten.” (Isaïa 55,8)